klanten-verkoop

service
is evident

Wij hebben geen ander mooi woord voor de service die wij bieden. Voor, tijdens of na uw aankoop zullen wij ons best doen u te adviseren en begeleiden zoals wij dat al 25 jaar doen. Vind de beste weg naar hulp hieronder.

Misschien staat je vraag in onze FAQ?

 

veelgestelde vragen...
over verf

Voorbereiding van reeds geschilderde ondergronden

Alvorens geschilderde plafonds en muren af te wassen moet eerst gekeken worden over welk type verffilm het gaat.
Bij een poreuze verffilm wordt het water van de spons of reinigingsdoek onmiddellijk opgenomen of lost de verffilm op.
Hierdoor wrijf je het vuil in de poriën en heeft reinigen weinig zin.
Het is beter hiervoor een geschikte verf rechtstreeks op de ondergrond aan te brengen zonder af te wassen.
Bij niet-poreuze ondergronden is het wel aan te raden de ondergrond af te wassen in combinatie met een milieuvriendelijke ontvetter zoals Mefaclean.

Welke verf kiezen? Verf bestaat voornamelijk uit 3 bestanddelen: bindmiddel, pigment en/of vulstoffen en oplosmiddel. Tijdens de droging verdampt het oplosmiddel en vormt het bindmiddel samen met de pigmenten de droge verffilm.

Bij het kiezen van verf moet niet alleen gekeken worden naar de kleur maar ook naar de onderhoudsaspecten ervan. Voor ruimtes zoals bv. keuken, badkamer of traphal kunnen de eisen naar onderhoud anders liggen. De reinigbaarheid van een verf wordt vooral bepaald door het type bindmiddel en de hoeveelheid ervan.

Bij een overgepigmenteerde muurverf is er onvoldoende bindmiddel om alle pigmentdeeltjes te omkapselen. Hierdoor ontstaan poriën waardoor de verffilm poreus wordt en dus minder goed reinigbaar. De verf zal meestal goed dekkend zijn door de minder gladde en mattere verffilm.

Muurverven met voldoende bindmiddel zijn niet poreus en hebben vaak ook meer glans.
Hierdoor zijn deze beter reinigbaar en zullen ze niet of nauwelijks spatten bij het aanbrengen ervan. Andere aspecten van deze muurverven zijn uiteraard nog afhankelijk van de formulering.

De natte slijtage of reinigbaarheid van muurverven wordt uitgedrukt conform bepaalde DIN-normen. De afname van de laagdikte van de verflaag in μm (micron) bij het reinigen met water in combinatie met Scotch Briteschuurvlies wordt vastgelegd in de volgende vijf klassen:

Afname verflaagdikte
Klasse 1 < 5 μm bij 200 slagen (“uitstekend schrobvast”)
Klasse 2 > 5 μm tot < 20 μm bij 200 slagen (“schrobvast”)
Klasse 3 > 20 μm tot < 70 μm bij 200 slagen (“wasvast”)
Klasse 4 < 70 μm bij 40 slagen
Klasse 5 > 70 μm bij 40 slagen

De houdbaarheid van verf is over het algemeen minimaal 1 jaar (de exacte houdbaarheidsperiode staat in de technische documentatie van het betreffende product). De maximale tijd is niet aan te geven. Dit is sterk afhankelijk van de temperatuur en vochtigheid tijdens de opslag, hoeveelheid in de bus/emmer, afsluiting van het deksel e.d.

Indien de verf die u weer wilt gebruiken een tijd gestaan heeft, kunt u dit zelf het beste controleren door te beoordelen of de verf nog goed door te roeren is en een gladde substantie heeft. Indien dit zo is, moet u het op een neutrale ondergrond uitstrijken en de volgende dag bekijken of de verf goed gedroogd is. Als dit allemaal in orde is dan kunt u de verf nog gebruiken.

De optimale natte laagdikte voor de Sikkens producten staan aangegeven op de technische fiches. Deze zijn te vinden in de product selector. Algemeen kan voor de solventgedragen buitenlakken en grondlakken 70-90 mu worden aangehouden. Deze laagdikte is simpel te bereiken door met een synthetische borstel te schilderen en niet te veel te verdelen.
Wanneer de producten met de optimale natte laagdikte worden aangebracht is binnen enkele minuten de zeer hoge vloeiing van de producten zichtbaar. Bij het aanbrengen van te veel natte laagdikte zal het beduidend langer duren voordat de vloeiing zichtbaar wordt. Bij het aanbrengen van een veel te dikke natte laagdikte neemt de kans op een “lopers” toe. Ook kan bij een zeer hoge natte laagdikte (120 mu of meer) doordrogingsvertraging optreden. De droogtijd is ook nog afhankelijk van het product, kleur, omgevingstemperatuur en luchtvochtigheid. Als de producten in een te dunne (en/of sterk verdunde) natte laagdikte worden aangebracht (laagdikte <55-60 mu) droogt de lak te snel waardoor borstelstrepen zichtbaar blijven.

Wat is de optimale verwerkingstemperatuur voor de grond- en aflakken?
De optimale verwerkingstemperatuur voor de meeste buitenlakken en grondlagen is: 5-25˚C. Bij temperaturen beneden de 5˚C kan er drogingsvertraging optreden. Bij lage temperaturen of koude nachten een langere overschildertijd aanhouden tussen de verschillende lagen (meer dan 24 uur).

De temperatuur is te laag voor een goede droging, er is onvoldoende luchtcirculatie of er is een te hoge luchtvochtigheid. De benodigde tijd voor doorharding is afhankelijk van de temperatuur in combinatie met de luchtvochtigheid. Bij zeer lage temperaturen en een hoge luchtvochtigheid kan het drogingproces vrijwel geheel stoppen.

Dit komt alleen voor bij alkydharsverven. Het kan de volgende oorzaken hebben:

  1. Het aanbrengen van een te dikke verflaag. Een alkydharsverf droogt door opname van zuurstof nadat het oplosmiddel is verdampt. Indien de laag te dik is zal de verf aan het oppervlak sneller een huidje vormen dan de rest. Hierdoor kan de zuurstof moeilijk doordringen naar het onderste van de verflaag. Door het gedroogde laagje aan het oppervlak en de nog natte verf eronder ontstaat spanningsverschil waardoor het droge laagje gaat rimpelen.
  2. De eerder aangebrachte grondlaag is onvoldoende droog geweest voordat de eindlaag is aangebracht. Ook hier kan dan spanning tussen de twee lagen ontstaan omdat de grondlaag niet meer normaal kan drogen.

Onder bepaalde omstandigheden kunnen er kratertjes of ‘ogen’ ontstaan in natte verflaag. In de volgende situaties kan dit voorkomen:

  1. Vervuiling: het wegtrekken van verf (“verf oogt”) kan veroorzaakt worden door aanwezigheid op de ondergrond van (condens)water, vet, was, siliconen of andere verontreiniging. Siliconen kunnen zich in allerlei stoffen en materialen bevinden, zoals auto- en bootwas, huidcrèmes, huishoudreinigers en dergelijke. Dit kan mogelijk worden opgelost door een antisiliconen middel aan de verf toe te voegen. Dit is niet toepasbaar in watergedragen producten omdat het zich niet mengt met water. Het blijft als bolletjes op de bodem van de bus liggen. Als antisiliconen wordt toepast is de besmetting niet opgelost, waardoor er de volgende keer nog kraters kunnen ontstaan.
  2. Oppervlaktespanning: het wegtrekken van de verf in lange strepen (cissing) komt meestal voor op een ongeschuurde of onvoldoende geschuurde ondergrond die behandeld werd met een harde hoogglansverf (bijvoorbeeld een 2-componenten polyurethaan coating). In beide gevallen dient de aangebrachte verflaag vóór droging verwijderd te worden. Ontvet vervolgens het oppervlak met een geschikte reiniger en ontvetter, zoals PolyFilla Pro S600 – Universeel reinigingsmiddel. Oppervlakken met (2-comp) hoogglansverf dienen vooraf goed geschuurd te worden. Verder hebben de meeste urethanen / acrylaten een hoge oppervlaktespanning. Alleen door schuren en reinigen kan het gebeuren dat die spanning niet geheel weg is. Echter als er gereinigd is met reinigingsmiddelen die paraffine bevatten kan het krateren toch een probleem blijven, want paraffine is niet op te lossen.

Blaasvorming kan zich ook voordoen op “grofporig” hout (o.a. meranti). De in de poriën opgesloten lucht kan uitzetten na opwarming en zorgt voor blaasvorming. Voorkom dan directe zonbelasting en breng altijd een grondlaag aan die de poriën opvult.

Als de verf van de ondergrond onthecht (loslaat / schilfert), wordt dit vaak veroorzaakt door het niet of onvoldoende voor behandelen van de ondergrond (vet, onvoldoende geschuurd, achtergebleven schuurstof enz.). Ook het schilderen op een vochtige ondergrond (condens na een koude nacht) kan leiden tot onthechting. Verder kunnen met polyester geplamuurde reparaties onthechtingsproblemen veroorzaken. Polyesterplamuur neemt gemakkelijk vocht in zich op (hygroscopisch).

Alle materialen die buiten staan, zijn onderhevig aan slijtage, ook wel erosie genoemd. Glansverlies is de eerste fase van verwering van een verflaag. Door UV-straling komen fotochemische reacties in de verflaag tot stand, waardoor de bindmiddelmoleculen worden aangetast en afgebroken. Op den duur komen de pigmentdeeltjes los op het oppervlak te liggen. We noemen dat krijten of af poederen. Het spreekt vanzelf dat halfmatte verven de beginfase van het verweringsproces als het ware overslaan en ten opzichte van hoogglansverven eerder verweren.

Een aantal kleurgebieden is zwak in het behouden van kleur en uiterlijk. Deze kleurgebieden liggen met name in het geel, oranje en rood. De reden dat deze gebieden zwak zijn, komt door het toegepaste organische pigment. Onder invloed van het klimaat zal de verf in de tijd degraderen en nemen we verkleuren, glansafname, krijten, vervuiling en andere verschijnselen waar. Het is dus raadzaam bij de advisering van buitenproducten ook rekening te houden met de gewenste esthetische duurzaamheid van kleuren.

Vroegtijdig glansverlies is veelal te wijten aan het aanbrengen van onvoldoende laagdikte. Hierdoor verliest de verf- of vernislaag sneller dan normaal zijn oorspronkelijke glans omdat deze te dunne lagen minder bestand zijn tegen de inwerking van buitenaf zoals bijvoorbeeld UV licht.
Ook het polijsten en/of schoonmaken met agressieve schurende middelen kan tot vroegtijdig glansverlies leiden. In alle gevallen zal opnieuw een volle lak- of verflaag aangebracht moeten worden.
De wit gelakte materialen in de woning worden steeds geler. Waardoor ontstaat deze vergeling?
Waarschijnlijke is er dan gebruik gemaakt van een solvent gedragen verf op basis van alkydhars. Het bindmiddel, en met name de linoleenzuur in de alkydhars, is hiervan de veroorzaker. Door opname van zuurstof tijdens de droging en doorharding van de verf ontstaat een kleurdragend reactieproduct dat onder invloed van daglicht weer snel uiteenvalt. Omdat in een “lichte” omgeving dit verschijnsel minder snel plaatsvindt dan in donkere ruimten, noemt men dit “donkervergeling”.Bij het gebruik van watergedragen verven zoals Rubbol BL Satura of Rubbol BL Magura treedt dit fenomeen niet op. Deze producten hebben daardoor een veel beter kleurbehoud.

Op het moment worden vele oudere woningen voorzien van spouwmuurisolatie, dit heeft een positieve uitwerking op de isolatiewaarde van de woning. De beschadigingen aan de buitengevel die veroorzaakt worden door het aanbrengen van de spouwmuurisolatie kan u doen besluiten om de baksteengevel te schilderen.

Door het aanbrengen van de spouwmuurisolatie is het niet meer mogelijk om de buitengevel te schilderen met iedere buitenkwaliteit muurverf, hiervoor heeft u een speciale dampopen buitenmuurverf nodig. Het vullen van de spouw met een isolatiemiddel heeft ervoor gezorgd dat de vochthuishouding binnen de spouw ontregeld is. Dit wetende is het niet mogelijk om de muur te schilderen met een ‘gesloten’ muurverf, omdat er geen vochttransport meer kan plaatsvinden.

Voor het schilderen van nageïsoleerde gevels kan Sikkens Alphaloxan worden toegepast, dit is een product die voor deze toepassing geschikt is en een goede duurzaamheid heeft

RAL is een coderingssysteem om kleuren van verf en andere coatings te definiëren. Het systeem is in 1927 in Duitsland ontwikkeld; RAL staat voor ReichsAusschuss für Lieferbedingungen. De standaard wordt beheerd door het Deutsches Institut für Gütesicherung und Kennzeichnung e.V.

Er zijn op dit moment drie RAL-coderingssystemen. Het cijferpatroon geeft eenduidig aan welk van de drie het betreft:

RAL 1012 Citroengeel: RAL Classic – 4 cijfers met unieke kleurnaam.
RAL 210 60 30: RAL Design – 7 cijfers, geen vaste naam.
RAL Digital: RAL Digital – Digitale, op beeldscherm beschikbare RAL-kleurenlijsten, met benaderingen voor mengverhoudingen in kleurcoderingen RGB, CMYK, HLC, Lab en Hexadecimaal.

Verder heeft RAL een uitgebreid kleur-referentiesysteem voor plastics. 300 panelen in zowel klassieke kleuren als semi-transparant

over behang
  1. Oud behang altijd eerst volledig verwijderen
  2. Ramen en deuren gesloten houden
  3. Verwarming uitzetten
  4. Behang lang genoeg laten inweken
  5. Behangbanen op naad plakken

 

Hebt u zich al eens geërgerd aan spleten, bobbels, luchtblaasjes of vouwen in het behang ?

  • Bij behangen zijn het vaak kleine dingen die een mooi resultaat in de weg staan.
  • Het basismateriaal van behang bestaat meestal uit papier. Door het water van het plaksel wordt dit nat en zet dan uit. In droge toestand is een baan ca. 53 cm en ingesmeerd ca. 54 cm breed. De baan is dus 1 cm “gegroeid”. De aangegeven inweektijden tussen 8 en 12 minuten zijn dus bedoeld om een optimale doordringing van het vocht en een gelijkmatige groei te bereiken.
  • U moet voorkomen dat een baan bij het drogen aan de muur “terugkrimpt” naar 53 cm breedte. Daarvoor moet het plaksel sneller drogen dan het papier en zo de baan onder spanning met de ondergrond verbinden.
  • Tocht, verwarmingswarmte en oud behang op de ondergrond kunnen de oorzaak zijn dat het behang sneller droogt dan het plaksel. Daardoor gaan de naden wijken of plakken de banen niet. Wanneer het behang niet lang genoeg inweekt, “groeit” het materiaal aan de muur, waardoor vouwen of bobbels aan de naden ontstaan.
stel een vraag

jij vraagt
wij antwoorden

maak contact

Sint-Truidersteenweg 394, 3500 Hasselt

Bel

+32 11 87 44 70

En wij maken er werk van.